Groep 1/2 – Week 3 – Kring 2

Muziek en tellen

Introductie

Ga met de kinderen in een kring op de grond zitten.

Laat in het kort de geluiden van verschillende klokken horen en tel daarna terug van 1 t/m 12.

Illustreer met echte klokgeluiden:

  • Kerktorenklokken tijd: zie filmpje 1. De klok slaat 5 x met hamer op een kerkklok.
  • Staartklok: zie filmpje 2
  • Klok die 7 uur slaat: zie filmpje 3
  • Ga met de kinderen staan in de kring / stamp met je voeten van 1 t/m 12 en terugtellen. Klap in je handen van 1 t/m 12 en terug.
  • Kinderen zoeken een vriendje / vriendinnetje op en gaan tegenover elkaar staan.

Kern

Zing het lied: https://www.youtube.com/watch?v=EO32-czv080

Kwart voor negen, tien voor zes
Vandaag hebben we klokkijkles
Jongens, meisjes, opgelet
Hoe of ik de wijzers zet
De kleine op de 3 (laat zien a/d hand van een grote klok)
De grote bovenaan (laat zien)
Tel maar hoe vaak je de klok hoort slaan.

Geef hierbij de opdracht:

  • 1ste keer: de kinderen staan nog steeds t.o. elkaar en klappen 3x bij de ander in de handen.
  • 2de keer: dansen met elkaar 3x in het rond.

Herhaal dit couplet.

  • Deel instrumentjes uit en verdeel de groep in jongens / meisjes. Geef de instrumenten aan de jongens: de meisjes zingen. Keer het vervolgens om: de jongens zingen en de meisjes hebben een instrument.

Zorg voor actie en reactie:

  • Stop bij de helft van een zin of stop bij 'hoe of ik de wijzers zet'. Zing dan weer door. Check of de instrumenten op het goede moment stoppen.
  • Verander het couplet in een andere tijd.

Dan ga je verder volgende couplet:

Kwart voor negen, tien voor zes
Vandaag hebben we klokkijkles
Jongens, meisjes opgelet
Hoe of ik de wijzers zet
De kleine op de 12 (laten zien)
De grote bovenaan (laten zien)
Tel maar hoe vaak je de klok hoort slaan

Geef hierbij de opdracht:

  • 1ste keer: de kinderen houden elkaar vast en stampen met hun voeten 12x
  • 2de keer: de kinderen tellen ritmisch in de maat van de klok. 12x van hun linkerbeen naar hun rechterbeen
  • Ga in groepjes van 4 of 6 kinderen staan. Zet de jongens en meisjes door elkaar. De helft heeft instrumentjes en zingt. De andere helft danst de klok. De kinderen letten goed op hoe ze moeten staan zodra ze zingen hoe laat het is.
  • Zing dan het lied in zijn totaliteit. Verander steeds de tijden van het lied. De kinderen geven met bewegingen de tijd aan. Ze zijn de klok.
  • Dan komen alle kinderen bij elkaar in de kring. Ga zelf in het midden van de kring staan. De kinderen lopen rond in de kring, zoals de cijfers van de klok. Herhaal het lied in zijn totaliteit.
  • Bij de laatste tel van 12 ploffen alle kinderen op de grond.

Je kunt het uitbreiden met:

  1. Zet de kinderen in een halve kring en een kind voor de kring. Hij/zij slaat de armen uit en de kinderen raden hoe laat het is.
  2. Verander de tekst van het lied in andere tijden.