Groep 5/6 – Week 3 – Les 8B

De beiaard in mijn buurt (B)

Algemene informatie

  • Groep: 5 en 6
  • Tijdsduur: 50 minuten bij excursie, of 30 min met gast in de klas + tijd om naar de beiaard te gaan
  • Onderwerp(en): de betekenis van de beiaard voor jezelf en voor anderen
  • Leergebieden: burgerschapsvorming, muziek
  • Vaardigheden: communiceren, kritisch denken, samenwerken, sociale en culturele vaardigheden
  • Begrippen: beiaard, carillon
  • Kerndoelen: 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven; 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen; 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Korte uitleg van de les

Drie lessen over de (betekenis van) de beiaard in de buurt.

  1. In de eerste les bedenken leerlingen vragen voor de beiaardier.
  2. In de tweede les gaan de leerlingen op excursie naar de beiaard of de beiaardier komt in de klas of de leerlingen bezoeken museum Klok & Peel voor een excursie met een beiaardier.
  3. In de derde les verwerken en presenteren de leerlingen hun bevindingen.

N.B. Is er alleen een automatisch klokkenspel in de buurt? Dan kan dit ook bezocht worden.

Nodig

  • De vragen die de leerlingen in de vorige les gemaakt hebben.
  • Schrijfgerei

Voorbereiding

  • Afspraak met de beiaardier voor bezoek aan de beiaard of bezoek aan de klas.
  • Voor excursie regelen vervoer, ouders, ...

Leerdoelen

  • De leerlingen zijn zich ervan bewust dat medeleerlingen de beiaard anders beleven dan zijzelf.
  • De leerlingen hebben kennis opgedaan over de beiaard in de buurt en de betekenis ervan voor zichzelf en anderen.

De beiaard in mijn buurt (B)

Introductie

Geef de instructies die nodig zijn om naar buiten te gaan met de klas.

Komt de beiaardier in de klas, introduceer deze en leidt het vraaggesprek in.

Uitvoering

Klassikaal

  • De leerlingen gaan op excursie naar de beiaard. Daar stellen ze hun vragen aan de beiaardier.
  • Of: de leerlingen gaan aan de hand van vragen in gesprek met de beiaardier in de klas

Nabespreking

  • Na excursie, terug op school: Hoe was het om te doen? Hoe ging het?
  • Na gast in de klas: Hoe vonden jullie het bezoek?
  • Wat heb je er van geleerd?

Verwoorden

Reflectie

  • Wat hebben we gedaan?
  • Hoe vond je het om de vragen te stellen?
  • Heb je zelf op een andere manier geluisterd dan je normaal doet?