Groep 1/2 – Week 2 – Kring 3

Geluiden van klokken

Muziek maken met klokken/bellen

  • Luister naar klokken van de toren vlakbij de school of naar klokgeluiden via het digibord
  • Laat benoemen hoe de klokgeluiden klinken. Is het hard of zacht? Dichtbij of ver weg? Wat voor soort geluid is het? Schel, tingelend, zwaar?

Neem er een paar muziekinstrumenten bij. Heb je niet voor alle kinderen een instrument? Laat ze dan klappen of stampen.

  • Laat kinderen eerst de geluiden verkennen die ze kunnen maken.
  • Maak samen zacht een zacht geluid en laat het langzaam harder klinken. Eindig weer zacht. Gebruik er de afbeelding bij.
  • Maak samen met de kinderen verschillende soorten geluiden: harde geluiden / zachte geluiden / korte geluiden / lange geluiden.
  • Vraag de kinderen: wat kunnen we nog meer veranderen? Probeer verschillende manieren van bespelen uit, zodat je verschillende klankkleuren krijgt.
  • Speel korte stukjes voor. Laat de leerlingen de stukjes naspelen.
  • Zing samen het lied ‘Zo gaat de molen’. Maar verander de tekst in: 'Zo gaan de klokken, de klokken, de klokken' (langzaam) en 'Zo gaan de klokjes, de klokjes, de klokjes' (snel). Gebruik eventueel het filmpje op het digibord.